
Ik heb een kater en ben verliefd op een schim, of op meerdere schimmen. Een kater heb ik van wijn en vooral van Westmalle Tripels. Die wijn dronk ik met vrienden uit Gent in het restaurant Bij den Boer. Het bier in café Kafka. Ja, ik was het bijna vergeten, als aperitief een caipirinha in de Archiduc. Daar stond Arno aan de toog. Ik denk dat hij daar vaak staat. Ligt hij dan niet meestal in bed met een van zijn madammen? Hij zag er oud, moe en eenzaam uit. Ik heb een kater en voel me oud, moe en eenzaam.Toch ben ik uitzonderlijk eens een keer om halfeen gaan slapen en is het geen drie of vier uur geworden. Dat kan niet als je om halfeen gaat slapen. Het was een mooie avond, we hebben zelfs gelachen. Maar ook over dementie en de dood gepraat en over de verdwijning van onze vriend JFK Canard.
De buurt rond Sint-Katelijne ziet er schitterend uit. Dit is geen metafoor, alles schittert er echt. Het speet ons al een beetje dat we in een restaurant hadden gereserveerd, je kon op de kerstmarkt allerlei lekkere dingen eten, van Spaanse churros tot Finse versgerookte zalm. Als ik mijn camera had bij me gehad dan had ik foto’s kunnen maken en die op flickr zetten en dan had ik me niet moeten vermoeien met deze dingen hier te noteren. Schrijven als je een kater hebt is als zingen met een stoflong. Hoewel ik geen stoflong heb, denk ik, en ook niet kan zingen. Toch zing ik soms, maar dit geheel terzijde. Zulke vergelijkingen zijn loze beweringen. We weten helemaal niets. Nu moet je niet denken dat Bij den Boer geen goed restaurant is, want dat is het wel. Ik kan alleen niet goed tegen wijn en trappist, zowat de lekkerste dingen die ik ken. Is dit een opstel, dat ik hier zit te schrijven?
Gisterochtend was ik doodmoe en had ik ook al een beetje een kater. Ik was donderdagavond na een voorstelling van Baraque Frituur in de KVS pas om vier gaan slapen. Baraque Frituur was bijzonder grappig. We hebben wat afgelachen. Het stuk van Ivan Vrambout gaat over de clichés die Vlamingen over Walen gebruiken (en vaak als waarheid aannemen) en vice versa. Het onderwerp ‘stoflong’ werd er in aangesneden. Boterhammen smeren voor de kinderen. Werken tot je erbij neervalt. Lui met je gat in de zon liggen op een terril. Maar het leukste waren de citaten uit Mieke Maaike’s Obscene Jeugd, van onze Vlaamse viezentist. Als je een meisje met een Frans accent allerlei schunnigheden uit dat boekje hoort debiteren, lijkt het wel alsof ze zaad in de mond heeft in plaats van speeksel. De vier acteurs waren uitstekend, twee Vlaamse en twee Waalse. Er werden geen oplossingen aangereikt voor Brussel-Halle-Vilvoorde. Wel werd natuurlijk het Vlaams Blok nog eens goed belachelijk gemaakt, de mannen met de vlaggen. Ze weten niet eens dat die leeuw uit Arabië komt. Niet dat ik me om die reden wil gaan opblazen in Irak of zo. Ik luister liever naar muziek of lees een boek van Stendhal. Zelfs ben ik nog liever verliefd op een schim. Ik ben al vaak verliefd geweest in mijn leven, dat duurt een paar maanden en dan ebt het weer weg. Gedaan met de slapeloze nachten en het schrijven van lullige poëzie. Maar ik ben nog nooit verliefd geweest op een schim. Na de voorstelling van Baraque Frituur bood de KVS een kleine receptie aan. In plaats van hapjes waren er frieten. Een goed idee. En wijn, wat minder toepasselijk was. Maar we hebben er toch van gedronken. In de bus naar huis heb ik stomverbaasd zitten lezen in The Murders In the Rue Morgue. Edgar Allen Poe was echt wel een genie. Wat zit ik hier een opstelletje te schrijven als ik eigenlijk een verhaal van Poe of Borges zou moeten lezen! En verliefd te wezen op een schim. Ik was bijzonder euforisch tijdens die busrit. Thuis moest ik mijn computer opgestart krijgen, want ik wou nog iets schrijven over Baraque Frituur. Dat opstarten heeft meer dan een uur geduurd. Van mijn euforie was niet veel meer overgebleven. Gelukkig had ik in een nachtwinkel nog een trappist kunnen kopen. Die was net leeg toen de computer in gang schoot. ‘Welkom’ zei hij. Maar wat had ik nog te vertellen? Ik was alles vergeten. Gelukkig hoorde ik toen opeens een stem. De stem van een schim. Die praatte er maar lustig op los, en ik luisterde, en al luisterend werd ik verliefd op de stem van die schim. Op het timbre, op het accent… Ze leek een beetje op die van Meryl Streep in Sophie’s Choice. Een heel avontuur. Ik wist niet waar ik het had. Van slapen kon bijna geen sprake zijn. Toch ben ik gisteren al om negen uur weer opgestaan. Ik voelde me helemaal niet opgetogen. Ik had denk ik wat de blues wordt genoemd. Hoe kon ik die stem ooit terugvinden. Hoe kon ik van die schim, waar ik inmiddels verliefd op was geworden, iemand van vlees en bloed maken, iemand met een zachte huid? Een perzikenhuid. Met borsten als druiventrossen. (hier begint de lullige poëzie al, en het plagiaat). Ik kon het niet. Je mag trouwens niet verliefd worden als je gehuwd bent. Dat is verboden. Neen, dat mag niet. Dan zet je alles op het spel. En spelen mag eigenlijk ook al niet, ook al wordt dat veel gedaan in de verhalen van Edgar Allen Poe, om het nog niet over Poesjkin te hebben. Maar je weet hoe beiden aan hun eind zijn gekomen. Geniale verhalen schrijven over verliefde kaartspelers is gevaarlijk en kan je je leven kosten. Dat zou op boekomslagen kunnen staan, zoals de opschriften op sigarettenpakjes.
Nu moet ik dit opstel beëindigen, net op het ogenblik dat het wat begon te worden. Maar ik moet mijn radioprogramma nog wat voorbereiden en dan moet ik naar Antwerpen vertrekken. Het is de eerste zaterdag van de maand, dan maak ik Zero de Conduite op Radio Centraal, samen met mijn vriend Patje, die ik meestal niet noem. Ik heb de vrienden met wie we zijn gaan eten, de liefste mensen van de wereld, ook niet genoemd. Patje heet ook niet werkelijk Patje. Maar iedereen noemt hem wel zo. Het was onlangs zijn verjaardag. Proficiat Patje! Ik heb een boek voor hem gekocht. Dat mag ik wel schrijven, want hij heeft geen computer, hij kan dit niet lezen. Of hij zou al naar een internetcafé moeten gaan, wat weinig waarschijnlijk is. Ik zal meteen eens bellen, om te horen waar hij zoal uithangt. Maar die schim, die laat me meer niet los. Is het de muze die weer opgedoken is, of is het een gevaarlijke sirene en moet ik was in mijn oren stoppen? Ik weet het niet. Ik zal wel zien. Maar ik wil wel weer graag opnieuw leren slapen. Slapen lijkt me een leuke bezigheid. Ik denk dat de levenshouding van Warren Zevon (I’ll sleep when I’m dead) niet zo goed was. Lang leve de slaap! De vergetelheid. De zijnsvergetelheid. De zinsverbijstering. Op de trein naar Antwerpen zal ik dan misschien nog een ode aan de Grote Beer schrijven of andere onzin.
Foto: Rode schim, Martin Pulaski
Mooi opstel.
Verliefdheden… gaan die, na enkele, of soms te veel dagen, niet vanzelf weer over?
LikeLike
helaas wel. kun je echter leven zonder verliefdheid?
LikeLike
het antwoord is eenvoudig, Martin.
en je kent het.
LikeLike