Als ik een dynamischer mens was liep ik nu rond in de zalen van het Paleis voor Schone Kunsten, de Russische avant-garde bewonderend. Maar ik ben lui en zit daarom gewoon maar wat in mijn kamer te luisteren naar M. Ward, die nu het liedje Undertaker zingt, wat goed past bij deze tijd van het jaar, al is het vandaag Wapenstilstand. Op zo’n dag zou je niet aan de dood mogen denken maar aan het leven. Maar wat doe je eraan? Je gedachten laten je niet met rust. De voorbije nacht droomde ik dat ik een erge ziekte had en meteen zou moeten worden geopereerd door 143 chirurgen. De details laat ik achterwege. Toch een grappige droom, eigenlijk. De operatiekamer zou veel te klein zijn voor al die mannen. Ik maakte me echter vooral zorgen over de prijs van het hele geval. Misschien was het van de zorgen dat ik wakker werd met hoofdpijn; en de nieuwe buur is zijn huis aan het vertimmeren. Wapenstilstand met geklop en geboor.
Ik heb mijn nieuwe boeken van Nabokov in het rek gezet, bij de N van Nestor, net kleine doodkisten (maar wel vol leven). Oude Nabokovs hebben plaats moeten maken voor nieuwe. Ook zwarte beertjes van Moravia liggen nu opgestapeld op de grond. Ik zal er binnenkort eens een foto van maken. Als ze daar dan nog liggen en als ik binnenkort nog eens wat energie heb.
Een mens heeft vele zaken te doen op een dag. Zo heb ik ook een drietal woorden Spaans geleerd en Chan Chan van de Buena Vista Social Club gedeclameerd (want ik kan dat mooie lied natuurlijk niet zingen). Ik zou graag goed Spaans kunnen zingen. Ook blijf ik ervan dromen om een goed boek te schrijven, niet zo goed als Musil, maar toch bijna. En dan wil ik eveneens foto’s kunnen maken als Bettina Rheims. Ik hoop dat die 143 chirurgen me nog een tijdje met rust laten.