Een mens wordt onverschillig, gevoelloos en apathisch. Je wordt afgestompt door het dagelijks leven, de sleur van het werk, de monotonie van de uren, door de onverschilligheid en het egoïsme van de anderen – waarin je jezelf weigert te herkennen -, door de wreedheid van geldzuchtige politici en zakenmensen, door de terreur van fanatici en het geweld van veroverende legers, door de genadeloze woestheid van de natuur. Toch blijf je je tegen die onverschilligheid verzetten. Je eigen schijnbare onverschilligheid en die van de anderen. Je streeft naar het verschil, de verschilligheid.
Op dit ogenblik raast opnieuw een orkaan in de richting van de kust van Texas en Louisiana. De inwoners van Galveston, Houston en New Orleans moeten hun woningen verlaten. Op de brede autosnelwegen vormen zich files van honderd kilometer en langer. In de regio is het ongeveer veertig graden. De auto’s staan heel vaak stil, de benzine raakt op. Ze kunnen niet meer verder. De stank van de uitlaatgassen vult de lucht. Een reële nachtmerrie waar maar geen eind aan komt.
Dit alles verscheurt mijn ziel. Waarschijnlijk raakt dit me dieper dan bijvoorbeeld, nog niet zo lang geleden, de tsunami, wat toch een vreselijke natuurramp was, die honderden duizenden levens heeft gekost. Waarom? Omdat ik in mijn hart een Amerikaan ben, zoals Malcolm Lowry in zijn hart een Mexicaan was (om maar één voorbeeld te noemen). Toen ik voor de eerste keer in de Verenigde Staten kwam, in 1992 in New Orleans, had ik zeer sterk het gevoel dat ik thuis kwam. Zonder dat ik er inspanningen voor moest doen schudde ik mijn schuchterheid van mij af en stapte de wereld in. Opeens kon ik met iedereen praten, wat me hier in België nooit gelukt was. Hier was ik altijd een outsider geweest (en dat ben ik nog steeds).
Daardoor leef ik nu mee met de inwoners van New Orleans, Houston, Galveston en al de andere kleinere stadjes en dorpen die het wellicht zwaar te verduren zullen krijgen. Maar ik kijk machteloos toe, vanuit mijn ziekenkamer, mij met moeite van deze computer naar de televisie begevend. Overigens kan ik CNN niet ontvangen in Brussel. De kabelmaatschappij Coditel heeft dat van de kabel gegooid. Waarom CNN? Waarschijnlijk omdat er op deze zender geen Frans wordt gesproken, en er zelfs niet voor Franse ondertitels wordt gezorgd. Coditel zal redeneren dat er dan toch geen mens naar kijkt. Coditel zal redeneren dat de inwoners van Brussel allen Frans spreken en geen enkele andere taal kennen.
Foto: New Orleans, 1992, Martin Pulaski
Zo is dat bij mij ook, ongeveer dan wel. Mijn tijden in Amerika liggen me nauwer aan het hart dan mijn tijden waar dan ook op platsen weg van hier. Herinneringen vinden met regelmaat een plaatsje in mijn gevoelsgeladen gedachten en soms betrap ik mezelf op een weemoedig gevoel dat doet denken aan heimwee naar een thuis.
Ookal zijn tegenwoordig zovelen “anti – Amerika”, berustend op de daden van de heer Bush en de zijnen, de wantoestanden die ontstaan door de gevaren der natuur, etc.
Ookal zijn er vele dingen verschillende dingen die ik niet kan goedkeuren (welk iets in deze wereld kent niet zijn slechte kanten, en zeker: welke politici of anderen die beschikken over te veel macht), met zekerheid kan ik zeggen dat Amerika een vertrouwde plaats in mijn hart heeft. En wie weet ik ooit wel een vertrouwde plaats, terug in Amerika.
LikeLike
Merkwaardige verwantschap. Natuurlijk is mijn ‘amerikanisme’ niet zonder kritiek. Op gebied van sociale voorzieningen is het een schrijnende toestand daar, zoals iedereen weet. Bush is helaas democratisch verkozen. Blijkbaar leven er toch heel wat kortzichtige mensen in de VS. Maar dat is hier net zo goed het geval, kijk maar naar het Vlaams Blok. (Ik weiger die kerels van Vlaanderen ‘belang’ te noemen. Zij vinden alleen zichzelf belangrijk en zijn enkel bezig met hun eigen belangen. Eigen belang eerst is hun ware slogan.) Maar los daarvan vind ik de VS een geweldig land, vooral op gebied van cultuur.
LikeLike