Donderdagavond heb ik tijdens het theaterfestival hier in Brussel een voorstelling gezien van 4.48 Pyschose van Sarah Kane, een toneelauteur die op jonge leeftijd zelfmoord pleegde en mede daardoor waarschijnlijk veel belangstelling kreeg, zoals dat wel vaker gebeurt. Haar toneelteksten zijn geschreven in de traditie van Antonin Artaud, als je dat al een traditie kunt noemen. Artaud was natuurlijk veel radicaler in zijn waanzin en werd dan ook zelden of nooit opgevoerd, alleen een bewerking van Shelley’s The Cenci kende wat bijval. Artaud had het stuk vertaald zonder enige kennis van het Engels. Dat had hij ook al gedaan met The Monk van Matthew Gregory Lewis. Artaud werd bewonderd door een tweetal kunstenaars en een drietal intellectuelen, en door Anaïs Nin natuurlijk. Ik bezit zijn volledig werk, dat eigenlijk zeer onvolledig is, in de witte reeks van Gallimard. Ik geloof dat het nu al in de Pléiade-reeks is uitgegeven. Aan zowat alle universiteiten worden er scripties en thesissen over Artaud geschreven. Waarschijnlijk zal de belangstelling voor Sarah Kane van meer voorbijgaande aard zijn. Haar teksten zijn zeker goed – ik heb vroeger ook al eens een voorstelling gezien van Cleansed in een regie van Franz Marijnen (zeer esthetisch, ja, maar mag dat wel, als het over geweld, psychose en doodsverlangen gaat?) – maar hebben niet de bezwerende en eigenzinnige kwaliteiten van die van Artaud. De voorstelling die ik vorige donderdag zag, door het Zuidelijk Toneel, in een regie van Olivier Povily, met Nanette Edens in de enige ‘rol’, vond ik zonder meer goed. Ik heb geboeid zitten luisteren naar de monoloog, naar sommige woorden, naar de verschillende taalregisters en tekstlagen. Ik heb zitten kijken naar de minimale lichaamstaal – het uitdoen van het jasje was een dramatisch moment van jewelste -, naar het zeer groot aantal ‘gezichten’ van de actrice. Bijna altijd speelde er een soort van sarcastische glimlach om haar lippen. Een keer heeft ze luid gebruld, haar gezicht kleurde rood, de sarcastische glimlach was weg, heel even maar. Ik heb niet alle woorden verstaan, soms sprak ze ook stil, mijmerend bijna. Er werden veel merken van medicijnen genoemd, waarbij de bijwerkingen werden vermeld. Positieve effecten hadden ze meestal niet gehad, volgens de tekst van Sarah Kane. Ik ben erg geschrokken van het feit dat ik zoveel van mezelf herkende in deze psychosevoorstelling (die geen voorstelling mocht zijn), niet alleen in verband met de medicatie die niet werkt, maar ook in verband met eenzaamheid, het gevoel van mislukking, de gedachte dat je je vrienden niets te bieden hebt, dat niets nog iets betekent, dat het leven niets waard is, dat de angst voor de dood je vaak zin geeft om er een punt achter te zetten. Soms dwaalden mijn gedachten af, dacht ik aan rekeningen die moesten worden betaald, of voelde ik pijn in de borststreek, in de keel, in de slokdarm. Het was warm, ik zweette. De avond tevoren had ik met een goede vriend veel te veel wijn gedronken. Dat is niet gezond, maar ik denk dat het helpt tegen psychose en tegen zelfmoord. Nanette Edens heeft een uitstekende monoloog gebracht. Sommige mensen vergeleken haar met Isabelle Huppert, maar ik vind dat je dat niet moet doen. Je moet zo iemand als zichzelf zien, die daar staat, met zo’n verschrikkelijke tekst. Maar zelf vergelijk ik natuurlijk ook de hele tijd. Ik heb dat nu nog gedaan met Artaud. We zijn maar mensen en hebben vergelijkingen, metaforen en metonymieën nodig.
Na het stuk waren we niet echt vrolijk gestemd, maar we hadden wel dorst. We zijn dan nog een Westmalle Tripel gaan drinken in de Greenwich. Vlakbij is een bushalte, waar ik even ben gaan kijken naar de uurregeling. Er hing alleen een rooster uit voor grote vakanties, kleine vakanties, zaterdagen en zondagen. De werkdagen waren afgeschaft. Een zeer goede zaak. Later toen de bus aankwam, stonden we wild teken te doen, omdat de chauffeur niet leek te willen stoppen. Dat heeft hij, een heel stuk verder, alsnog gedaan. De bus was helemaal leeg. Geen wonder als hij al zijn passagiers aan de bushokjes laat staan. Welke regeling van kracht was zou ik niet kunnen zeggen.