Slapeloze nachten en dagen zonder dromen. Boeken blijven toe, poriën gesloten. Je vraagt me iets nieuws te schrijven, maar er is niets nieuws. Alleen maar klachten, zoals je ziet. Ik denk dat het beter is de dingen op hun beloop te laten; het water in de rivieren stroomt zo ook wel naar de zee. We kunnen er wel eens in zwemmen of pissen of vissen, maar veel meer is niet mogelijk. Je kunt natuurlijk net zo goed een wijsje fluiten als zwijgen of een blues aanheffen in plaats van over maagkwalen en muffe slaapkamers te zaniken. Dat kan allemaal, maar ook dat zal geen renaissance veroorzaken. Sommige mensen zijn voor kleine nachtmuziekjes geboren, anderen, zoals Matthew Barney, waar S. en ik het deze middag over hadden, voor schetterende trompetten en paukenslagen. De ene mens houdt het bij schaarste, de andere plooit zich naar overvloed.
Deze morgen hoorde ik Ray Davies nog eens zingen:You worry ‘bout yourself /What’s the use of worrying now you’re almost grown / You worry ‘bout your own / What’s the use of worrying ‘cause you’ll die alone / Times will be hard, rain will fall / And you’ll feel mighty lowBut the world keeps going round / The world keeps going round / You just can’t stop it / The world keeps going round (uit: The World Keeps Going Round). Troostende woorden zijn dat, uit de mond van een eenvoudige Britse jongeman.